LIKE ONS

maandag 5 december 2005

HALFHART #2

Nog een fragment uit 'Levende dingen gaan dood' van Martin Halfhart.

Als aan de bank genageld bleef hij zitten. Terwijl hij heeft liefst door de ruit van deze kut cafetaria naar buiten wilde springen. Gewoon om te laten zien hoeveel het hem deed.
"Ik vond gewoon dat je het moest weten..." hoorde hij ergens in zijn achterhoofd galmen. Hij kon het niet geloven. Hij plukte als een gek aan zijn broek en hoopte dat hij hem kapot zou plukken. Gewoon om te laten zien hoeveel het hem deed. Het moest kapot. Alles moest kapot. Alles was kapot. Zij had alles godbetert kapot gemaakt.
Stemmen schreeuwden door zijn kop. Beelden brandden op zijn netvlies. Kapot, kapot, kapot, kapot, kapot!
Toen scheeurde hij zich los van de bank, wankelde tussen al de andere bezoekers door richting de deur, smeet die open en rende naar buiten.
Hij rende en bleef rennen tot hij niet meer kon. Tot hij niet meer wist waar hij was. Tot het donker was. Tot zijn gedachten stil stonden. Ze was achter hem aan gekomen, maar had niet de moeite genomen om ook te gaan rennen of om ook maar te schreeuwen. Ze was waarschijnlijk met tranen in haar ogen voor de cafetaria blijven staan en had zich beseft dat ze hem pijn had gedaan. Ze had gezien hoeveel het hem deed.
Uitgeput boog hij zich voorover waardoor het mes dat hij nog steeds bij zich had in zijn dij prikte. Hij haalde het uit zijn zak en bekeek het nog eens goed. Het was een heel normaal mes, maar wel erg groot. Het was het soort mes waarmee ze in van die kookprogramma's op TV de kruiden mee snijden. Iets wat je ook met een veel kleiner mes kan doen. Allejezus, wat haatte hij die programma's. En eigenlijk alleen maar daarom. Hij stopte het mes terug onder zijn riem. Hij liep door een park waar hij nog nooit geweest was. Het was een slecht verlicht park, maar dat deed hem juist goed. Het liefst wilde hij op dit moment onzichtbaar zijn. In het donker zag hij verderop twee hondenbezitters met elkaar keuvelen. Hun twee honden hadden elkaar echter niks te zeggen en snuffelde een beetje dom de bosjes af, op zoek naar een plaats om hun sporen achter te laten.
Op dat moment kreeg hij een idee wat hem misschien zou kunnen afleiden van de pijn in zijn hart. Hij dook de bosjes in en sloop zo stil mogenlijk in de richting van de twee domme honden...

Geen opmerkingen: